English without Frontiers

Dictionary

……………………….…………..

English without

Frontiers

Woordenboek Engels – Nederlands

© Pragma, 2007 www.englishwithoutfrontiers.eu

English without Frontiers: Woordenboek Engels - Nederlands

Unit 1: My Friends

city (sitie)

country (kantrie)

England (inklund)

friend (frend) Mike is my best friend. Jill is my friend.

Holland (hollant)

language (lengkwidzj)

learn (lurn) I want to learn English.

stad

land

Engeland

vriend, vriendin Mike is mijn beste vriend. Jill is mijn vriendin.

Nederland

taal

leren Ik wil Engels leren.

English without Frontiers: Woordenboek Engels - Nederlands

Unit 1: My Friends

live (liv) Where do you live?

wonen, leven Waar woon je?

name (neem)

naam

My name’s ..

Ik heet …

What’s your name ?

Hoe heet jij?

speak

spreken, praten

(spiek) Do you speak English?

want (want) I want to learn English.

Spreek je Engels?

willen Ik wil Engels leren.

English without Frontiers: Woordenboek Engels - Nederlands

Unit 1: My Friends

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels - Nederlands

Unit 2:My Family

baby

baby

(beebie)

boy

jongen

(boj)

brother (bradur) I have two brothers.

cat (ket)

broer Ik heb twee broers.

poes

dog (dok)

hond

I like dogs.

Ik hou van honden.

family (femulie)

father (faddur)

familie

vader

English without Frontiers: Woordenboek Engels - Nederlands

Unit 2:My Family

girl (kurl)

grandfather (grendfaddur)

grandmother (grendmaddur)

have (hev)

mother (moddur)

parents (perunts)

remember (riemembur) I remember. I don’t remember.

meisje

opa

oma

hebben

moeder

ouders

herinneren Ik weet het nog. Ik weet het niet meer.

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 2:My Family

sister (sistur)

year (jier) I am 40 years old.

zus

jaar Ik ben 40 jaar.

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 2:My Family

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 2:My Family

1

one

2

two

3

three

4

four

5

five

6

six

7

seven

8

eight

9

nine

10

ten

(wan)

(toe)

(srie)

(foor)

(faiv)

(siks)

(sevun)

(eet)

(naajn)

(ten)

……………

een

twee

drie

vier

vijf

zes

zeven

acht

negen

tien

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 3: My House

address (edrus)

afternoon (afturnoen) Good afternoon!

apartment (upartmunt)

bathroom (bazroem) Where’s the bathroom, please?

bedroom (betroem)

big (bik) This dog is very big.

breakfast (brekfust)

adres

middag Goedemiddag!

appartement

WC badkamer Waar is de wc?

slaapkamer

groot Deze hond is erg groot.

ontbijt

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 3: My House

chair (tsjer)

stoel

clock (klok)

klok

It’s five o’clock.

Het is vijf uur.

dinner (dinnur)

evening (ievning)

avondeten

avond

Good evening!

Goedenavond!

flower

bloem

(flauwur)

garden (kardun)

house (houz)

tuin

huis

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 3: My House

kitchen (kitsjun)

lamp (lemp)

lunch (lansj)

morning (morning) Good morning!

night (nait) Good night!

room (roem)

small (smol) This house is very small.

keuken

lamp

lunch, middageten

ochtend Goedemorgen!

nacht Welterusten!

kamer

klein Dit huis is erg klein.

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 3: My House

table (teebul)

telephone number

tafel

telefoonnummer

(telufoon nambur)

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 3: My House

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 4: My Hobbies

band (bend)

cinema (sinuma)

computer (kompjoetur)

dance (dens)

drums (drums)

football (foetbol)

free time (frie taajm)

hobby (hobbie)

band

bioscoop

computer

dansen

drums

voetbal

vrije tijd

hobbie

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 4: My Hobbies

I like … (Aj laik)

Ik vind .. leuk.

I like dogs.

Ik vind honden leuk.

I don’t like …

Ik vind … niet leuk.

(Aj don’t laik) I don’t like football.

Ik vind voetbal niet leuk.

I love … (Aj lav)

ik hou van ….

I love dancing.

Ik hou van dansen.

music (mjoezik) I like listening to music.

paint (peent)

party (partie)

muziek Ik vind het leuk om naar muziek te luisteren.

schilderen

feestje

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 4: My Hobbies

sing (sing)

sports (sports)

summer (sammur) In the summer, I like swimming.

swim (swim)

television (teluvizjun) I want to watch television

walk (wok)

winter (wintur)

zingen

sport

zomer ’s Zomers vind ik zwemmen leuk.

zwemmen

televisie Ik wil televisie kijken.

wandelen

winter

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 4: My Hobbies

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

beer (bier)

birthday (burzdeej)

bier

verjaardag

Happy Birthday!

Hartelijk gefeliciteerd!

birthday card

verjaardagskaart

(burzdeej kard)

cake (keek)

get (get) Mike gets a present.

give (giv) Jill gives him a present.

hot dog (hotdog)

taart

krijgen Mike krijgt een cadeautje.

geven Jill geeft hem een cadeautje.

hot dog

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

ice cream (ajskriem)

party (partie)

pizza (pietza)

present (presunt)

secret (siekrut)

wine (wajn)

write (raajt)

ijs

feestje

pizza

cadeau

geheim

wijn

schrijven

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

Monday (mondeej)

Tuesday (tjoesdeej)

Wednesday (wensdeej)

Thursday

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

(tursdeej)

Friday (fraajdeej)

Saturday (seturdeej)

Sunday (sandeej)

weekend (wiekent)

vrijdag

zaterdag

zondag

weekend

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

today (toedeej)

tomorrow (toemoroow)

yesterday (jestudeej)

day (deej)

week (wiek)

month (mans)

year (jier)

vandaag

morgen

gisteren

dag

week

maand

jaar

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

January (djenjoewurie)

February (febroewurie)

March (martsj)

April (eepril)

May (meej)

June (dzjoen)

July (dzjoelaai)

August (ogust)

januari

februari

maart

april

mei

juni

juli

augustus

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

September (septembur)

October (oktoobur)

November (noovembur)

December (diesembur)

Christmas (kristmus) Merry Christmas!

New Year (noe jier) Happy New Year!

Birthday (burzdeej) Happy Birthday!

september

oktober

november

december

Kerstmis Vrolijk kerstmis!

Nieuwjaar Gelukkig nieuwjaar!

Verjaardag Hartelijk gefeliciteerd!

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 5: Happy Birthday!

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 6: How are you?

angry (engrie) I am angry.

arm (arm)

bad (bed) I feel bad.

doctor (doktur)

feel (fiel) I feel sick.

good (koed) I feel good.

happy (hepie) I am happy.

boos Ik ben boos.

arm

slecht Ik voel me niet goed.

dokter

voelen Ik voel me ziek.

goed Ik voel me goed.

gelukkig Ik ben gelukkig.

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 6: How are you?

head (hed)

headache (hedek) I have a headache.

hospital (hospitul)

?

how (hauw) How are you?

leg (lek)

pain (peen)

patient (peesjunt)

hoofd

hoofdpijn Ik heb hoofdpijn.

ziekenhuis

hoe Hoe gaat het met je?

been

pijn

patient

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 6: How are you?

sad (sed)

sick (sik) I am sick.

stomach (stomuk) I have a pain in my stomach.

tired (taajurd)

very (verie) I am very tired

well (wel)

verdrietig

ziek Ik ben ziek.

maag Ik heb pijn in mijn maag.

moe

erg Ik ben erg moe

goed

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 6: How are you?

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 7: Going Shopping

bag (beg)

buy (baaj) I want to buy new shoes.

cash point (kesj pojnt)

CD (siedie)

cheap (tsjiep) This bag is very cheap.

chemist (kemist)

Euro (joeroo)

tas

kopen Ik wil nieuwe schoenen kopen.

geld automaat

CD

goedkoop Deze tas is heel goedkoop.

drogist

Euro

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 7: Going Shopping

excuse me! (ekskjoes mie)

expensive (ekspensiv)

pardon!

duur

how much? (houw matsj)

Hoeveel?

How much is this CD?

Hoeveel kost deze CD?

look for (loek for) I’m looking for a present.

money (monie)

need (nied) I need a bag.

pay (peej)

zoeken Ik zoek een cadeautje.

geld

nodig hebben Ik heb een tas nodig.

betalen

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 7: Going Shopping

please (pliez) Can you help me, please?

shoes (sjoez)

shop (sjop) I love shopping.

stamp (stemp)

supermarket (soepermarkut)

sweater (swetur)

thank you! (senk joe!) Thank you very much!

alstublieft Kunt u me alstublieft even helpen?

schoenen

winkel, winkelen Ik hou van winkelen.

postzegel

supermarkt

trui

dank u wel! Hartelijk bedankt!

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 7: Going Shopping

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

bad (bed)

bar (bar)

beer (bier)

bill (bil) Can we have the bill, please?

bottle (bottul)

bread (bred)

cake (keek)

slecht

café

bier

rekening Kunnen we alstublieft de rekening krijgen?

fles

brood

taart

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

cheers! (tsjiers!)

closed (kloozt)

coffee (koffie)

delicious (dielisjus)

dessert (desurt)

drink (drink) What would you like to drink?

eat (iet)

fish (fisj)

proost!

gesloten

koffie

heerlijk

toetje

drinken Wat wil je drinken?

eten

vis

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

glass (glaz)

hamburger (hemburgur)

ice cream (aajs kriem)

juice (djoes) orange juice

main course (meen koors)

meat (miet)

menu (menjoe)

milk (milk)

glas

hamburger

ijsje

sap sinaasappelsap

hoofdgerecht

vlees

menu

melk

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

open (oopun)

order (oordur) Are you ready to order?

pepper (peppur)

pizza (pietza)

please (pliez) Can I have the menu, please?

open

bestellen Wilt u al bestellen?

peper

pizza

alstublieft Kan ik alstublieft het menu krijgen?

restaurant (restorant)

salad (selud)

restaurant

sla, salade

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

salt (solt)

starter (startur)

sugar (sjoegur)

table (teebul) A table for two.

tea (tie) A nice cup of tea.

thank you! (senk joe!) Thank you very much!

vegetables (vedzjutubuls)

zout

voorafje

suiker

tafel Een tafeltje voor twee personen.

thee Een lekker kopje thee.

dank u wel! Hartelijk bedankt!

groente

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

waiter (weetur)

water (wotur)

wine (waajn)

ober

water

wijn

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 8: Going to a Restaurant

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 9: Going on Holiday

airplane (erpleen)

airport (erport)

beach (bietsj)

boat (boot) You can go there, by boat.

bus (bas)

car (kar)

help (help) Can you help me, please?

vliegtuig

vliegveld

strand

boot Je kunt er met de boot naar toe.

bus

auto

helpen Kunt u me alstublieft even helpen?

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 9: Going on Holiday

holiday (holiedeej)

hotel (hootel)

island (aajlund)

lake (leek)

left (left)

lost (lost) I’ve lost my passport.

luggage (lakudzj) Where is my luggage?

vakantie

hotel

eiland

meer

links

kwijt Ik ben mijn paspoort kwijt.

baggage Waar is mijn bagage?

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 9: Going on Holiday

map (mep)

mountain (mauntun)

passport (pespoort)

railway station (reelwee steesjun)

plattegrond

berg

paspoort

station

Where is the railway Waar is het station? station?

right (raajt)

street (striet)

suitcase (soetkees)

rechts

straat

koffer

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 9: Going on Holiday

tourist information (toerist informeesjun) Where is the Tourist Information?

train (treen)

travel (trevul)

visit (vizit)

VVV

Waar is het VVV kantoor?

trein

reizen

bezoek, bezoeken

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Unit 9: Going on Holiday

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

……………

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English A Address Afternoon Airplane Airport Angry Apartment April Arm August

Good afternoon!

I am angry.

3. My House 3. My House 9. Going on Holiday 6. How are you? 3. My House 5. Happy Birthday! 6. How are you? 5. Happy Birthday!

B Baby Bad Bag Band Bar Bathroom Beach Bedroom Beer Big Bill Birthday Birthday card Boat Bottle Boy Bread Breakfast Brother Bus Buy

2. My Family I feel bad. 6. How are you? 8. Going to a Restaurant & 7. Going shopping 4. My Hobbies 8. Going to a Restaurant Where’s the bathroom, please? 3. My House 9. Going on Holiday 3. My House 5. Happy Birthday! & 8. Going to a Restaurant This dog is very big. 3. My House Can we have the bill, please? 8. Going to a Restaurant Happy birthday! 5. Happy Birthday! 5. Happy Birthday! You can go there, by boat. 9. Going on Holiday 8. Going to a Restaurant 2. My Family 8. Going to a Restaurant 3. My House I have two brothers. 2. My Family 9. Going on Holiday I want to buy new shoes. 7. Going shopping

C Cake Car Cash point Cat CD Chair Cheap Cheers! Chemist Christmas Cinema

This bag is very cheap.

Merry Christmas!

5. Happy Birthday! & 8. Going to a Restaurant 9. Going on Holiday 7. Going shopping 2. My Family 7. Going shopping 3. My House 7. Going shopping 8. Going to a Restaurant 7. Going shopping 5. Months 4. My Hobbies

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English City Clock Closed Coffee Computer Country

It's five o'clock.

1. My Friends 3. My House 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 4. My Hobbies 1. My Friends

D Dance Day December Delicious Dessert Dinner Doctor Dog Drink Drums

I like dogs. What would you like to drink?

4. My Hobbies 5. Happy Birthday! 5. Months 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 3. My House 6. How are you? 2. My Family 8. Going to a Restaurant 4. My Hobbies

E Eat Eight England Euro Evening Excuse me! Expensive

Good evening!

8. Going to a Restaurant 2. Numbers 1. My Friends 7. Going shopping 3. My House 7. Going shopping 7. Going shopping

F Family Father February Feel Fish Five Flower Football Four Free time Friday Friend

I feel sick.

Mike is my best friend. Jill is my friend.

2. My Family 2. My Family 5. Months 6. How are you? 8. Going to a Restaurant 2. Numbers 3. My House 4. My Hobbies 2. Numbers 4. My Hobbies 5. Days 1. My Friends

G Garden Get Girl Give Glass Good Grandfather

Mike gets a present. Jill gives him a present. I feel good.

3. My House 5. Happy Birthday! 2. My Family 5. Happy Birthday! 8. Going to a Restaurant 6. How are you? 2. My Family

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English Grandmother

2. My Family

H Hamburger Happy Have Head Headache Help Hobby Holiday Holland Hospital Hot dog Hotel House How How much?

I am happy.

I have a headache. Can you help me, please?

How are you? How much is this CD?

8. Going to a Restaurant 6. How are you? 2. My Family 6. How are you? 6. How are you? 9. Going on Holiday 4. My Hobbies 9. Going on Holiday 1. My Friends 6. How are you? 5. Happy Birthday! 9. Going on Holiday 3. My House 6. How are you? 7. Going Shopping

I I don't like … I like … I love … Ice cream

I don't like football. I like dogs. I love dancing.

Island

4. My Hobbies 4. My Hobbies 4. My Hobbies 5. Happy Birthday! & 8. Going to a Restaurant 9. Going on Holiday

January Juice July June

5. Months 8. Going to a Restaurant 5. Months 5. Happy Birthday!

J orange juice

K Kitchen

3. My House

Lake Lamp Language Learn Left Leg Live Look for Lost Luggage Lunch

9. Going on Holiday 3. My House 1. My Friends 1. My Friends 9. Going on Holiday 6. How are you? 1. My Friends 7. Going shopping 9. Going on Holiday 9. Going on Holiday 3. My House

L

I want to learn English.

Where do you live? I am looking for a present. I've lost my passport.

M Main course Map March

8. Going to a Restaurant 9. Going on Holiday 5. Months

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English May Meat Menu Milk Monday Money Month Morning Mother Mountain Music

Good morning!

I like listening to music.

5. Months 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 5. Days 7. Going shopping 5. Months 3. My House 2. My Family 9. Going on Holiday 4. My Hobbies

N Name Need New Year Night Nine November

My name's ..,. What's your name? I need a bag. Happy New Year! Good night!

1. My Friends 7. Going shopping 5. Months 3. My House 2. Numbers 5. Months

O October One Open Order

Are you ready to order?

5. Months 2. Numbers 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant

P Pain Paint Parents Party Passport Patient Pay Pepper Pizza Please

Can you help me, please? Can I have the menu, please?

Present

6. How are you? 4. My Hobbies 2. My Family 4. My Hobbies & 5. Happy Birthday! 9. Going on Holiday 6. How are you? 7. Going shopping 8. Going to a Restaurant 5. Happy Birthday! & 8. Going to a Restaurant 7. Going shopping & 8. Going to a Restaurant 5. Happy Birthday!

R Railway station Remember Restaurant Right Room

Where is the railway station? I remember, I don't remember

9. Going on Holiday 2. My Family 8. Going to a Restaurant 9. Going on Holiday 3. My House

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English S Sad Salad Salt Saturday Secret September Seven Shoes Shop Sick Sing Sister Six Small Speak Sports Stamp Starter Stomach Street Sugar Suitcase Summer

I love shopping. I am sick.

This house is very small. Do you speak English?

I have a pain in my stomach.

In the summer, I like swimming.

6. How are you? 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 5. Days 5. Happy Birthday! 5. Months 2. Numbers 7. Going shopping 7. Going shopping 6. How are you? 4. My Hobbies 2. My Family 2. Numbers 3. My House 1. My Friends 4. My Hobbies 7. Going shopping 8. Going to a Restaurant 6. How are you? 9. Going on Holiday 8. Going to a Restaurant 9. Going on Holiday 4. My Hobbies

Sunday Supermarket Sweater Swim

5. Days 7. Going shopping 7. Going shopping 4. My Hobbies

Table

3. My House & 8. Going to a Restaurant 8. Going to a Restaurant 3. My House 4. My Hobbies 2. Numbers 7. Going shopping & 8. Going to a Restaurant 2. Numbers 5. Days 6. How are you? 5. Days 5. Days 9. Going on Holiday 9. Going on Holiday 9. Going on Holiday 5. Days

T A table for two. Tea A nice cup of tea. Telephone number Television Ten Thank you! Thank you very much! Three Thursday Tired Today Tomorrow Tourist information Train Travel Tuesday

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

A-Z Index, English Two

2. Numbers

V Vegetables Very Visit

I am very tired.

8. Going to a Restaurant 6. How are you? 9. Going on Holiday

W Waiter Walk Want Water Wednesday Weekend Well Wine

I want to learn English.

Winter Write

8. Going to a Restaurant 4. My Hobbies 1. My Friends 8. Going to a Restaurant 5. Days 5. Days 6. How are you? 5. Happy Birthday! & 8. Going to a Restaurant 4. My Hobbies 5. Happy Birthday!

Y Year Yesterday

I am 40 years old.

2. My Family & 5. Months 5. Days

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands

Colofon

This dictionary is part of the English without Frontiers curriculum. The English without Frontiers curriculum was developed as part of the BarrierFree Language Learning project and was made possible with financial support from the European Commission under the Socrates programme, Lingua Action 2 (http://eacea.cec.eu.int/index.htm ).

The opinions expressed in this work are the responsibility of the authors and do not necessarily reflect the official policy of the EC.

The pictures in the Dictionary are Picture Communication Symbols. The Picture Communication Symbols ©1981–2006 are owned by Mayer-Johnson LLC. All Rights Reserved Worldwide. Used with permission.

All rights reserved. No part of this publication may be translated, reproduced or transmitted, in any form or by any means, electronic (CD-ROM, Internet, etc.) or mechanical, including photocopying, recording or any information storage or retrieval system, without prior permission in writing from the publisher. Exceptions to this are the worksheets, flashcards, dictionary and computer activities; teachers are allowed – and even encouraged – to copy and adapt these to meet the needs of their learners.

International Sales and copyright: © Pragma, the Netherlands Slakkenstraat 58 6431 NJ Hoensbroek the Netherlands www.equalaccess.nl [email protected]

Website: www.englishwithoutfrontiers.eu

English without Frontiers: Woordenboek Engels – Nederlands